Iris Elsenaar

Behandelaar

‘’Mijn moeder is een niet-drinkende alcoholist die eind 1995 haar weg vond naar AA. Ik weet als dochter van een alcoholist wat voor een impact de chronische ziekte verslaving heeft. Voor de verslaafde op lichamelijk, geestelijk en sociaal-maatschappelijk gebied maar ook voor diens omgeving. Vanuit mijn achtergrond  sluit ik me aan bij de visie en werkwijze van onze instelling met een persoonlijke en doelgerichte aanpak.

Het lukt de meeste verslaafden om in een ‘vreemde, onnatuurlijke’ setting abstinentie te bereiken maar zodra iemand in zijn/haar eigen omgeving thuis komt is de kans op terugval heel groot. Er is niks veranderd en de triggers (bijvoorbeeld de bank waarop gedronken werd of een bepaalde supermarkt) komen binnen. Juist onze ambulante zorg  maakt dat onze cliënten direct in hun eigen omgeving kunnen oefenen met de geboden handvatten. Ook het betrekken van dierbaren is iets wat ik vanaf het eerste contact met cliënten stimuleer. Het liefste heb ik enkele dierbaren de tweede sessie al in de spreekkamer en houden we de communicatie warm. Zij kunnen de cliënt dan steunen doordat ze onderdeel uitmaken van de weg van herstel.

Ik ben een groot voorstander van totale abstinentie omdat dan pas de patronen echt doorbroken kunnen worden. Slechts  in volledige nuchterheid kunnen problemen onder ogen worden gezien. Ideeën over ‘gecontroleerd’ drinken/gebruiken van de cliënt maak ik graag bespreekbaar. Ik stel ze de vraag wat hun eerdere ervaringen daarmee zijn en geen van de cliënten kan mij een goede ervaring vertellen; het wordt altijd meer dan gepland. Vanuit deze insteek bespreek ik met de cliënt het echte afscheid van de verslaving. Aan onze cliënten vragen wij om gedurende de behandeling van alle middelen abstinent te zijn. Ook als iemand voor een gedragsverslaving komt. Ik hoor wel eens ‘maar ik heb geen alcoholprobleem’. Als iemand er echt geen probleem mee heeft dan kan iemand het gedurende de behandeling prima laten staan. Zo niet, dan speelt er wellicht meer waarover ik graag het gesprek aanga. Totale abstinentie is belangrijk om volledig nuchter met de problematiek aan de slag te kunnen gaan. Verdoofd  werken aan problematiek biedt geen successen. Bovendien is de kans op een verschuiving van de verslaving groot als andere middelen wel zouden worden toegestaan.

Een terugval kan voorkomen worden en ik nodig mijn cliënten dan ook uit om deze met mij te bespreken. Niet om te oordelen maar om ervan te leren. Te analyseren wat er speelde, wat er gebeurde en hoe een volgende keer met zo’n situatie omgegaan kan worden.

“De weg van herstel hoef  je niet alleen te bewandelen”
In de weg van herstel kunnen hindernissen voorkomen. Hindernissen die lotgenoten wellicht ook herkennen. Ik stimuleer cliënten om contact te hebben met lotgenoten omdat het mijns inziens een zeer krachtig aspect is.  Ik nodig cliënten uit om inspiratie op te doen uit de groepen en de meetings. Een ervaring komt harder binnen dan een door een professional verteld waargebeurd verhaal. Wanneer cliënten worstelen met vraagstukken nodig ik hen uit om dit te bespreken in onze groep en/of te delen in een meeting. Het delen heeft een spanning reducerende werking.

Weerstand om groepen en/of zelfhulpgroepen te bezoeken komt regelmatig voor. Ook als de cliënt nog nooit een groep heeft bezocht kan er weerstand zijn. Ik nodig de cliënt uit om eerst eens diverse groepen en meetings te bezoeken zodat we vanuit ervaring in gesprek kunnen gaan. Niet uit iedere groep zal evenveel inspiratie gehaald kunnen worden, maar mijn boodschap is om te kijken wat je er wel uit kunt halen.
De sociale emotionele ervaringen die cliënten in de groep opdoen, kunnen hen sterken in hun sociale omgang buiten de groep. Met andere woorden, de groep kan gebruikt worden om te oefenen en te ervaren.
De weerstand bij de meetings zit hem veelal in de term ‘hogere macht’ en/of het niet direct kunnen reageren op elkaar. Ik bespreek dit met de cliënt. Ik ben zelf niet gelovig maar de ‘hogere macht’ vanuit de zelfhulpgroepen is breed te interpreteren en hoe dit gebeurt wordt niet opgelegd. Het is bijvoorbeeld de kracht van het samen of de voelbare energie van de groep. Het woord GOD kan bijvoorbeeld vertaald worden naar Geven – Ontvangen – Delen. De twaalf stappen vormen daarbij een goede leidraad.

Ik juich het zoeken van een sponsor toe. Iemand waarmee een klik wordt ervaren en waarmee de cliënt  persoonlijke invulling aan de twaalf stappen kan geven.

Als de cliënt niet meer verdoofd door het leven gaat bieden zich de onderliggende mechanismen aan. Samen met de cliënt (en zijn/haar dierbaren) exploreer ik wat deze zijn en hoe deze aan te pakken. Een mooie zoektocht waarbij ik de bereidwilligheid waardeer en de eerlijkheid stimuleer.

Mijn motto: Don’t abuse yourself and make the most of it!’’