1.579 keer gedownload
Sommige medicijnen zijn verslavend, waardoor je moet afkicken als je deze medicijnen afbouwt of stopt. Trubendorffer – Hulp bij verslaving en dubbele diagnose informeert je over medicijnverslaving, maar we bieden geen behandeling hierbij. Voor hulp kun je contact opnemen met onze ketenpartner Fundamentum Detox. Zij helpen met hun detox jaarlijks vele mensen op weg naar herstel van medicijnverslaving. Neem contact op met Fundamentum via 085 – 10 50 600.
Sommige medicijnen kunnen verslavend zijn wanneer je ze lang gebruikt. Voorbeelden hiervan zijn:
Wanneer je stopt met medicijnen die je lang hebt gebruikt, kun je afkickverschijnselen ervaren. Welke afkickverschijnselen je van medicijnen ervaart, hangt van het soort medicijn af. Zo kun je bijvoorbeeld tijdelijk een verstopte neus krijgen als je stopt met xylometazoline-neusspray. Andere afkickverschijnselen die voorkomen bij het stoppen of afbouwen van medicijnen zijn:
Heel wat mensen hebben er moeite mee: afkicken als je medicijnen gebruikt die verslavend zijn. Je hoeft je niet te schamen als je hulp nodig hebt bij het afbouwen of afkicken van medicijnen. Bespreek met de arts die je de medicijnen heeft voorgeschreven dat je het moeilijk vindt om je medicijnen te stoppen of af te bouwen. Of neem contact op met onze ketenpartner Fundamentum voor hulp.
Heb jij hulp nodig bij het afbouwen van je medicijnen? Bel dan 085 – 10 50 600 om te bespreken wat Fundamentum voor jou kan betekenen. Trubendorffer en Fundamentum werken al zes jaar nauw samen. Onze ketenpartner helpt je afkicken als je medicijnen gebruikt die verslavend werken, zoals slaapmiddelen en pijnstillers. Je volgt bij hen een detoxbehandeling in medische setting, dit is een belangrijke eerste stap bij het herstellen van een medicijnverslaving. Bel 085 – 10 50 600 om een afspraak voor een intakegesprek te maken.
1.579 keer gedownload
“Ik heb een beter beeld gekregen hoe het afbouwen van mijn medicatie in zijn werk gaat. Samen met mijn arts heb ik inmiddels een duidelijk plan in kaart gebracht.” – Matthijs